Twee knullig gedrapeerde Franse vlaggen over de vuile ramen van het sanitaire blok herinneren eraan dat het vandaag le 14 juillet is.
Nationale feestdag op de camping, iets na zeven in de morgen. Een vlezige man in kaki boxershort zwaait zijn caravandeur open, reutelt hardop en trompettert er een feestelijke scheet tegenaan. Gaat het metalen trapje af, laat zijn short zakken, pist kletterend tegen zijn eigen caravan, klimt het trapje op en sluit de deur om weer verder te slapen.
Grensdorp Givet
De fijnzinnig gedistingeerde cultuur waar onze zuiderburen zo gereputeerd om zijn, geldt wat minder voor het noorden van het land. Misschien is de subtiele Gallische beschaving gewoon nog niet doorgedrongen tot het vergeten grensdorpje Givet. Het heeft al een eigen bebouwde kom, er rijdt elk uur een trein langs en sommige auto’s stoppen voor het rood. Maar de primitieve inboorlingen wachten nog altijd op een missionaris op het gebied van sociale omgang, klederdracht en visvangst.
Zin voor initiatief is er wel. Ruw geschat zit driekwart van de lokale bevolking met een hengel of vijf langs het water. Ze besparen heel verstandig op kleding om te investeren in hightech visgerief. Elke hengel heeft een dure sensor die automatisch even piept wanneer de vis bijt. De forel in Givet blijkt gretig te bijten, zo vaak dat de ervaren vissers er een beetje moe van worden. Dus zetten ze hun transistorradio’s wat harder om dat vervelende gepiep te overstemmen. Zo kunnen ze zich vanuit hun luie plooistoel beter concentreren op de bouw van hun torentjes met lege blikjes bier.
De lelijkste van de drie vissers aan de gemeentelijke visvijver heeft twee buiken. Een onderbuik die hij in zijn uitgerekte legerbroek wegmoffelt, en daarbovenop nog een die hij gebruikt als bijzettafel om liggend vanuit zijn strandstoel filmpjes op zijn iPhone te bekijken. Hij grijnst wanneer hij me betrapt. ‘Ik ben een mirakel’ zegt hij. ‘Al dertig jaar zwanger van een tweeling en toch nog altijd maagd.’
Vuurwerk in Fumay
Na een hele week alleen rondtrekken, stapt Dries een hele dag mee. Ik ontmoet hem de avond ervoor in het centrum van Fumay. Het lijkt wel of heel het dorp hiervan op de hoogte is: spontaan wordt een groot volksfeest op poten gezet.
Op een overdekt podium langs de rivier speelt een lokale band die op splitsen staat, de gitarist is op de planken zijn solocarrière zelfs al gestart. Een mobiele frituur zorgt voor een festivalgeur, het restaurant aan de overkant richt een standje in zodat ze haar glazen wijn een euro duurder kan verkopen.
Om exact 23u schiet een eerste vuurpijl de lucht in. En nog één en nog één en nog één. Allemaal voor Dries en toevallig blijkt het die avond nog steeds nationale feestdag te zijn dus die vieren ze dan ook maar. Chauvinisme doet gele hesjes vergeten, het dorp heeft haar volledige jaarbudget voor cultuur opgesoupeerd aan honderden lichtpijlen in een indrukwekkend nationaal vuurwerk. Een spektakel met dubbel plezier door de gigantische echo van elke knal die tegen de enorme rotswand van de rivierbocht klettert.
Het is al na half één wanneer ik mijn tent opzoek. Goed verstopt in een verre uithoek van de camping, ver weg van alle caravans met hun vreemde ochtendlijke feestgewoonten. Deze 14 juillet heeft me weer heel wat bijgeleerd over onze noordelijke zuiderburen.
Frankrijk, ik zie u graag. Bonne nuit.