Iedereen egoïstisch, blind geobsedeerd, krankzinnig en hopeloos wereldvreemd. Fraai wereldbeeld dat Elias Canetti ons voorschotelt in zijn – helaas – enige roman ‘Het martyrium’. Echt vrolijk word je er niet van, tenzij sarcasme je ding is. Maar ondanks of misschien juist dankzij de bijtende satire is ‘Het martyrium’ een ronduit prachtig boek.
In drie delen volgen we de pijnlijke mentale achteruitgang van kamergeleerde Kien, een vooraanstaand sinoloog en gepassioneerd boekenliefhebber. Zijn wereld beperkt zich tot zijn gigantische bibliotheek, ontdaan van elk menselijk contact. Tot hij de huishoudster Teresa aanneemt, die hem een huwelijk met haar opdringt en de naïeve professor zijn huis uitflikkert. Zo komt de wereldvreemde geleerde in de buitenwereld terecht, waar hij met de listige dwerg Fischerle optrekt, die hem zijn laatste geld uit de zakken weet te kloppen. Als hij later weer in zijn huis kan intrekken, bij een brute politieagent op rust, wordt Kien helemaal krankzinnig en steekt hij ten slotte zijn bibliotheek en zichzelf in brand.
Geen happy end
Niet echt een happy end, maar dat verwacht je ook op geen enkel moment. Alle personages, allen opgesloten in hun eigen logica, zijn immers meer dan één vijs kwijt. Zo leeft de hysterische Teresa enkel in functie van haar blauw gesteven rok en de imaginaire erfenis van de professor die ze hem wil aftroggelen. Moet nog gezegd dat de roman berucht staat als een van de meest vrouwonvriendelijke boeken uit de wereldliteratuur? Net als de vrouw moeten ook de politie, het hele gerechtelijke systeem en de geestelijke orde het ontgelden.
Alle personages zijn karikaturen van zichzelf, die één onbereikbaar doel voor ogen hebben waarbij ze letterlijk over lijken gaan. De opportunistische dwerg Fischerle, die uit Günter Grass’ ‘Blikken trommel’ lijkt te zijn weggelopen, is overtuigd om wereldkampioen schaken te worden in Amerika. De blinde bedelaar droomt dan weer van zoveel geld dat hij tientallen moddervette vrouwen in zijn bed kan krijgen. Iedereen is blind gedreven door zijn eigen hebzucht, met een groot wantrouwen jegens de medemens als gevolg.
Het concept is sterk en is verbluffend neergeschreven en vertaald. Het consequent doortrekken van de absurde individuele gedachtegangen van de personages en de vele overdrijvingen leiden tot tal van hilarische passages. Gelukkig maar, want die bijtende humor helpt om de bikkelharde inhoud te kunnen verteren, net zoals bij Céline.
Aanklacht
Maar het heeft ook iets ontzettend triests. De twee enige integere personages zijn de hopeloze idiot savant Kien en zijn broer Georges, de vermaarde psychiater in Parijs die hem ten slotte te hulp schiet – evenwel te laat. De twee broers, die symbool staan voor cultuur en intelligentie, kunnen duidelijk niets bijbrengen aan de verloederde wereld en worden integendeel zélf het slachtoffer van een hopeloos gedegenereerde maatschappij.
Het mag dan ook duidelijk zijn dat ‘Het martyrium’, geschreven in het Duitsland van 1930-1931, één grote aanklacht is tegen het obsessionele streven naar persoonlijke macht. Met succes ook: niet voor niets heeft de massapsycholoog en socioloog Canetti in 1981 de Nobelprijs literatuur in de wacht gesleept.
Toch blijft de roman zelfs in dit nieuwe millennium nog steeds immens actueel. Als onbetwiste mijlpaal in de wereldliteratuur biedt ‘Het martyrium’ een tijdloze schildering van de menselijke conditie, en dan vooral van de menselijke zwakte. Boeiend en bizar, een meesterlijke klassieker die eigenlijk in geen enkele bibliotheek zou mogen ontbreken.
Cédric Raskin
Voor Cutting Edge