Toegegeven, dit is een moeilijke keuze. Welk boek van Boon blijft me het meest bij?
Wellicht ‘Abel Gholaerts’, zijn meesterlijke roman gebaseerd op het leven van Vincent Van Gogh. Donker en driest, miserie en melancholie, maar daardoor ook ongelooflijk mooi. Op dit gitzwart werk zou een tweede deel volgen, tegenovergesteld, vol optimisme en levensvreugde. Dat luik kwam er nooit, wellicht omdat Boon dit niveau onmogelijk nog kon evenaren.
.
Maar waarom kies ik toch voor zijn ‘Boontjes’?
Omdat je Boon hier leest in al zijn diversiteit. De Boontjes zijn de verzamelde cursiefjes die hij schreef vanaf 1959 voor het dagblad Vooruit. Achteraf uitgegeven in boekvorm, een goeie 7.000 bladzijden literair plezier.
Anekdotes over zijn werk of privé, bedenkingen, dagdromen, cultuurkritiek. Alles komt hier samen, zijn grootse en fantasierijke wereld in kleine vertellinkjes. Soms kort, soms lang, soms grappig, soms bloedserieus. Maar altijd opnieuw glashelder en bijzonder mooi.
.
Dit is storytelling, nog voor het begrip bestond.
Ik las mijn eerste Boontje 20 jaar geleden en betrap me erop dat ik vandaag nog altijd af en toe een bundel vastpak, er een willekeurige passage in lees en dan breed moet glimlachen.
Tip: probeer eens hetzelfde. Koop één van de boeken, eender welk, sla een willekeurige bladzijde open en geniet. (En koop daarna alle andere.)
.