Als we de achterflap mogen geloven, is Aleksej Ivanov (Perm, 1969) een van de best verkopende Russische romanschrijvers. Hij wordt afgeschilderd als de vertegenwoordiger van de Russiche Generation X en dus vergeleken met auteurs als Bret Easton Ellis en Michel Houellebecq. Dat is niet meteen een compliment voor deze laatsten. ‘De man die zijn wereld opdronk’ is immers een saaie, oppervlakkige en ronduit zielige roman.
Viktor Sloezjkin is een jonge bioloog die zich een baantje als geografieleraar weet aan te praten. Zonder het juiste diploma op zak te hebben weliswaar, en zonder competentie of er zelfs maar zin in te hebben, maar enkel en alleen uit geldnood. Want Sloezjkin is een mislukt man. Thuis verhuist hij onder druk van zijn moeilijke echtgenote Nadja van het bed naar de bank en op school vlot het uiteraard ook voor geen meter. In het klaslokaal van de ‘terreureenheid’ evenmin als in de lerarenkamer. Dus zoekt en vindt Viktor samen met zijn drinkebroer Hokker zijn soelaas in de wodka.
Te oppervlakkig
Tomeloze drankzucht, dodelijke verveling en de hoofdpersoon als melancholische antiheld: qua thematiek gaat de vergelijking met Easton Ellis en Houellebecq misschien nog op. Maar Ivanov mist daarbij wel de meesterlijke schrijfstijl van zijn West-Europese collega’s. Geen creatieve literaire vondsten of hoogstaande dialogen te bespeuren in ‘De man die zijn wereld opdronk’. De auteur houdt het allemaal redelijk oppervlakkig en (té) gemakkelijk voor het brede publiek, dus kabbelt de roman op een gezapig tempo voort.
Af en toe probeert Ivanov toch eens diepzinnig uit de hoek te komen, maar die vermeende diepgang komt vooral pedant en geweldig irritant over. Toch moet het geheel doorgaan voor een psychologische Bildungsroman. Dus wordt met een half oog aandacht besteed aan de relatie die ontstaat tussen Hokker en Nadja en aan de onzedige verzoekjes die zijn vriendinnen Sloezjkin doen. Naar het einde toe staat vooral Viktors zoektocht naar de ‘pure liefde’ centraal, wat Ivanov vertaalt in Sloezjkins haast pedofiele verliefdheid op zijn zestienjarige leerlinge Masja. Verwacht echter niet dat dit heikele onderwerp verder wordt uitgespit, zó diepgaand is de zelfverklaarde ‘voortreffelijke mengeling van pageturner, ontwikkelingsroman, psychologisch portret en avonturenroman’ nu ook weer niet.
Alleraardigst opsodomieteren
Een en ander van de opgedane leesfrustraties is te wijten aan de Nederlandse vertaling. Probeer je het Russische decor maar eens in te beelden terwijl de personages Hokker of Kwartlitertje heten en Sloezjkin ‘alleraardigst’ en ‘geinig’ vinden, of hem juist toeroepen ‘op te sodomieteren’ of te ‘stoppen met ouwehoeren’. Russen die Hollands spreken, daar bedanken we voor. Ook de stukjes poëzie verliezen door de matte vertaling al hun glans – gesteld dat ze die in de Russische moedertaal al hebben.
Over mislukte mannen met mislukte leventjes werden al literaire pareltjes geschreven. Verhulst! Berckmans! Boon! Houellebecq! Vekeman! Maar helaas is ook het tegendeel waar. ‘De man die zijn wereld opdronk’ is een ronduit mislukt verhaal over een ronduit mislukte loser. Gelukkig hebben we een stevige fles wodka klaar om dit snel door te spoelen.
Cédric Raskin
Voor Cutting Edge