Frankrijk vanuit vogelperspectief
De evolutie van erotische literatuur leest als een stomende seksscène. Het voorzichtig prikkelende voorspel in de middeleeuwen, de eerste kreetjes en zuchtjes in de renaissance.
Daarna volgen barokke stoten, verlicht gekreun en een stevige portie romantiek om een hoogtepunt te bereiken tijdens de seksuele revolutie eind jaren zestig. In het nieuwe millennium krijgt het genre nog een staartje, maar anno 2010 trekt porno een stevig kruis over het erotische boek. Het genre lijkt zijn eigen kleine dood te zijn gestorven en is verwaterd tot ‘cultureel erfgoed’.
Tussen de plooien van de Franse literatuurgeschiedenis
Gelukkig bestaan er nog literatuurwetenschappers met rode oortjes die dit kleurrijke erfgoed nieuw leven inblazen. De Kempische francofiel, spreker en auteur Bart Van Loo bijvoorbeeld. Na zijn literaire reisgids van Frankrijk (2006) en zijn gesmaakte werk over literaire recepten (2008) is het slotdeel van zijn eigenzinnige Frankrijktrilogie zowaar nog appetijtelijker. In ‘O vermiljoenen spleet!’ duikt hij verlekkerd tussen de plooien van de Franse literatuurgeschiedenis om er de lekkerste en schunnigste erotische bloempjes te plukken.
Daarbij kiest Van Loo resoluut voor de weg van de vleselijke liefde. Die is immers, alle censuurwetten en bekrompen tijdsgeesten ten spijt, van alle tijden. Zo rollebollen we van literaire deugnieterij bij Pierre de Ronsard, Brantôme en Rabelais tot de pornografische verzen van Claude Le Petit, Maynard en Bussy-Rabutin. We komen op kruissnelheid bij de erotische metaforen van de graaf van Mirabeau en dalen af tot de gruwelijkste seksuele afwijkingen in de cel van Markies de Sade. Om via Zola en Guy de Maupassant te stoten op de verborgen schatten van de erotomane collectioneur Pierre Louÿs. En volledig klaar te komen bij de literaire ontboezemingen van Anaïs Nin en het exhibitionisme van Catherine Millet.
Trektocht
Van Loo’s trektocht levert een prachtige bloemlezing aan erotische tot zwaar pornografische literatuur op. Met nieuw materiaal want het genre werd door de eeuwen heen steeds gedwongen tot een clandestien bestaan in de marge. Daar dankt het paradoxaal genoeg ook zijn succes aan: hoe strenger de censuurwetten en hoe talrijker de rechtszaken tegen boeken van slechte zeden, hoe luider de kassa’s rinkelden in het zwarte circuit. Van Loo’s verdienste is nu dat hij heel wat wegkwijnende literaire pareltjes van onder het lusteloze stof van de verboden bibliotheek heeft gehaald en ze hun rechtmatige plaats geeft in de Franse literatuurgeschiedenis.
Opvallend: zowat alle grote Franse literatoren, zelfs die met de meest onberispelijke reputatie, hebben hun pen gedrenkt in de intiemste lichaamsvochten. Meer nog: hoe schunniger de teksten, hoe moderner het brein van de schrijver. Zo blijkt elke eeuw wel zijn avant-gardistische schrijvers te hebben gehad die de hypocriete seksuele moraal van hun tijdsgeest doorprikten. ‘O vermiljoenen spleet’ verschaft zo een heldere inkijk in het diepe décolleté van de Franse mentaliteitsgeschiedenis. Het vertelt het verhaal van la douce France vanuit vogelperspectief.
Prachtige ode aan de erotiek
Daarnaast is het een prachtige ode aan de erotiek en bewijst het hoe grappig, creatief en mooi het genre kan zijn. Zo mooi als de titel, zo verfijnd is het boek. Niet alleen staat het werk stijf van de smakelijke citaten, het fijne streepje literatuurkritiek maakt het volledig af. Van de duiding van hoofse erotische diplomatie tot de verrukkelijke analyse van het werk van Houellebecq en het jammerlijke einde van het erotische genre: dit is zonder meer een groots en opvallend lekker naslagwerk.
Cédric Raskin
Voor Cutting Edge