Dadaïsme met veel bakboter
‘Ik wil bloot zijn / en beginnen’. Het moet samen met ‘Boem paukeslag’ en ‘Marc groet ‘s morgens de dingen’ zowat de bekendste frase zijn die Paul van Ostaijen heeft nagelaten. Met een arsenaal aan opvallende lettertypes en een leger krachtige woorden probeerde de dadaïstische dichter de wereld een nieuwe zin en ordening te geven. Hetzelfde in ‘Global anatomy’, waarin Benjamin Verdonck en Willy Thomas hun eigenzinnige versie geven van de artistieke scheppingsgedachte.
Dat bloot zijn en opnieuw beginnen mag je alvast letterlijk nemen. In den beginne is er niets, uitgezonderd een klapdeurtje, twee oranje stoeltjes en enkele dennenboompjes. De deur gaat op een kier en moeizaam wringt Verdonck zich door de opening, poedelnaakt met witte sokjes, de scène op. Met schuchtere pasjes verkent hij de nog lege wereld en trippelt hij door het sparrenbos om zijn naakte gêne te verbergen. Of juist niet. Pas als hij het vernuftige mechanisme van het klapdeurtje weet te doorgronden, komt ook Thomas de wereld in. Eveneens poedelnaakt met al even witte sokjes, maar met een stel stevige borsten voorgebonden. Hilarisch: Verdonck en Thomas als Adam en Eva, de bouwers van een nieuwe wereld.
De wereld te koop
Die wereld blijkt te koop te zijn in de supermarkt. In de Spar en in de Delhaize meer bepaald. Hij bestaat uit een paar sportschoenen, een rolletje plakband, een mixer, een boormachine, een bijl en vooral veel bakboter. Een handleiding is niet meegeleverd, dus stellen de aardbewoners hun bouwstenen en elkaar op de proef. Verdonck vat dat experimenteren vrij letterlijk op: waar hij Thomas op het begin nog braafjes degradeert tot meubelstuk, kapt hij er wat later lustig op los met zijn bijl, plant hij een trechter in ‘s mans omzwachtelde hersenpan en gaat daarin stevig te keer met zijn boormachine. Nog later hangt hij zijn zwaar toegetakelde medemens op aan een katrol en mag Thomas alles een poosje vanuit vogelperspectief bekijken.
Ondertussen worden balken aangesleept, een dozijn kapotte stoelen, kartonnen platen en tuinslangen. De lege wereld wordt snel één grote puinhoop. Maar ook de aardbewoners evolueren, de sadistische oerdriften maken plaats voor iets wat bijna op beschaving begint te lijken. Ze vinden kleren en gloednieuwe Nikes en stilaan ordenen ze samen hun nieuwe wereld. Dat resulteert in een wankel ‘huis’: een labiel en scheefgezakt bouwsel van balken en tape, een kerstboom, en weeral veel bakboter.
Tot zover de zin en ordening van de wereld volgens Thomas en Verdonck. Je kunt het allemaal au sérieux nemen of je doet het niet. De ene hilarische passage volgt de andere op, het kan allemaal niet absurd genoeg zijn. Maar één ding hebben alle scènes gemeen: het zijn stuk voor stuk krachtige en prachtige taferelen. ‘Global anatomy’ is een en al power. Er zijn zelfs geen woorden voor nodig: anderhalf uur lang beperkt de soundtrack zich tot kleine zuchtjes en dierlijk gegrom.
Twee blote venten, slapstick in overdrive en één grote puinhoop. Het zijn niet onmiddellijk de ingrediënten waar wij wild van worden, dachten we zo, maar samen levert het meesterlijk theater op. Negentig minuten lang is het puur genieten van de dadaïstische kijk op de wereld van Thomas en Verdonck. En dat had van ons zeker dubbel zo lang gemogen.
Cédric Raskin
Voor Cutting Edge