Kruistocht in strafpleitersbroek
Memoires schrijven is iets gevaarlijks. Schrijf je ze te vroeg, dan heb je geen vrienden meer, en wacht je er te lang mee, dan heb je geen lezers meer. Die oneliner van Leo Tindemans gaat zeker op voor Carla Del Ponte, die in ‘Mevrouw de aanklager’ terugblikt over haar mandaat als hoofdaanklager van het Joegoslavië- en Rwandatribunaal.
Niet dat ze nog veel vrienden over heeft na haar dubbelmandaat. Del Ponte, de vleesgeworden definitie van koppigheid, heeft in haar felle klopjacht op oorlogsmisdadigers zowat de hele wereld tegen zich in het harnas gejaagd. Het was een strijd van David tegen Goliath, een geëngageerde Zwitserse idealiste die moest opboksen tegen de machtige maffia in de hoogste regionen van de wereldpolitiek. Zo is ‘Mevrouw de aanklager’ het persoonlijke relaas van de moeilijke weg naar de aanhouding en berechting van de protagonisten uit de zwartste hoofdstukken van de oorlogspolitieke jaren negentig.
Bittere vechtlust en opgekropte frustraties
Maar het is vooral een verhaal van bittere vechtlust en opgekropte frustraties. Sinds haar aanstelling in 1999 tot hoofdaanklager van het Joegoslaviëtribunaal is Del Ponte op ontelbare muri di gomma gestoten, vriendelijk geformuleerde afwijzingen die zo verbloemd zijn dat ze er niet als een afwijzing uitzien. Die kwamen niet enkel van staatshoofden uit Servië, Kroatië, Rwanda en Tanzania, maar weerklonken ook in het Vaticaan, bij president Chirac en bij het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Hypocrisie en leugens vormen zo de rode draad door haar kruistocht tegen de cultuur van de straffeloosheid.
De grote verdienste van deze memoires is dat Del Ponte, samen met politiek analist Chuck Sudetic, de complexe internationale juridische en politieke materie van het Joegoslaviëtribunaal in een overzichtelijk en leesbaar boek heeft weten te gieten. Terwijl het tribunaal in de media lijkt samen te vallen met de klopjacht op Milosevic, staat er duidelijk veel meer op het spel. In de vijf jaar durende burgeroorlog in ex-Joegoslavië werden immers op verschillende fronten misdaden tegen de menselijkheid gepleegd. Dus vervolgt Del Ponte zowel Servische, Kroatische als Albanese oorlogsmisdadigers. Extra moeilijk wordt het als ze zich tegen haar eigen opdrachtgever, de VN-Veiligheidsraad, moet keren vanwege twijfelachtige NAVO-bombardementen.
Hutu’s en Tutsi’s
Ook in het Rwandatribunaal verloopt het stroef. Krijgt ze in haar onderzoek tegen de Hutu-génocidaires nog alle medewerking van Tutsi-president Paul Kagame, dan krijgt ze de deur in haar gezicht als ze een onderzoek instelt naar de oorlogsmisdaden begaan door de Tutsi’s…
Del Ponte is een harde tante die zelfs in het hol van de meest moorddadige leeuw een grote mond kan opzetten. Toch spreekt niet alleen de aanvallende hoofdaanklager. Tussen de lijnen door lees je ook het verdedigende pleidooi van iemand die voelt dat ze maar half geslaagd is. Dat het niet evident was aan het hoofd te staan van een internationaal strafhof waarvan de legitimiteit door veel staten wordt betwist. Dat werken met twee tegenstrijdige rechtssystemen in een internationaal orgaan met een verkeerde structuur en incompetente collega’s geen lachertje is. Milosevic kon ze voor de rechter in Den Haag slepen, maar zijn voornaamste handlangers Ratko Mladic en Radovan Karadzic liepen nog op vrije voeten toen ze afscheid nam, en dat blijft haar dwarszitten.
‘Mevrouw de aanklager’ biedt zoals alle memoires een eenzijdige visie op de geschiedenis, maar geeft ook een onthullende inkijk in de internationale politiek en de wijze waarop het internationaal recht voortdurend wordt belemmerd door nationale belangen.
Cédric Raskin
Voor Cutting Edge