Wie Ethiopië zegt, denkt aan droogte, armoede en hongersnood. Maar niet alleen het harde klimaat heeft het Oost-Afrikaanse land getekend. Ook het gruwelijke bewind van de marxistische dictator Mengistu Haile Mariam halfweg de jaren zeventig heeft het voormalige keizerrijk lelijk toegetakeld. Een aangrijpend relaas van die woelige jaren lees je in ‘De leeuw en de keizer’, het voortreffelijke debuut van de Ethiopische schrijfster Maaza Mengiste.
Addis Abeba, 1974. Oplaaiende communistische studentenrevoltes en een onthutsende tv-reportage over schrijnende hongersnood en de laksheid van de regering hiertegenover missen hun uitwerking niet. Militairen plegen een staatsgreep en de legendarische Afrikaanse keizer Haile Selassie wordt afgezet en opgesloten in een kille cel. Het voormalige keizerrijk valt nu ten prooi aan een verschrikkelijke dictatuur die alle tegenstanders van het regime op gruwelijke wijze foltert en genadeloos een kopje kleiner maakt.
De leeuw
Tegen deze macabere achtergrond situeert Mengiste het verhaal van het gezin van Hailu, een vooraanstaande chirurg in de Ethiopische hoofdstad. Zijn vrouw Selam ligt op sterven en zijn jongste zoon Dawit is een van de idealistische rebellerende herrieschoppers die voor de val van het keizerrijk heeft gezorgd, maar die achteraf wel zwaar te lijden krijgt onder de dictatuur. Na enkele riskante verzetsdaden op eigen initiatief sluit hij zich aan bij de ondergrondse beweging ‘De leeuw’, waar hij uitgroeit tot een van de grote verzetshelden.
Een andere held, maar dan van het andere kamp, is Dawits halfbroer Mickey. Die lag mee aan de basis van de revolutie, maar wordt tegen wil en dank een belangrijk man en tegelijkertijd een speelbal van het repressieve regime. De ooit zo intieme band tussen beide broers wordt er zo een van bittere haat. Ondertussen vallen de verschillende familieleden een voor een ten prooi aan het gruwelijke dictatoriale regime.
Wisselend perspectief
Mengiste baseerde zich op heel wat literatuur over die periode en schetst daardoor een zeer gefundeerd en realistisch portret van de oorlogsgruwel. Dat ze het verhaal vertelt vanuit wisselende vertelperspectieven, maakt het eens zo aangrijpend. De afzetting van de keizer of de folteringen die de oude Hailu ondergaat: door je er als lezer persoonlijk bij te betrekken, lukt het de auteur de bijtende pijn van haar personages over te dragen.
Op zich gaat ‘De leeuw en de keizer’ alleen over de burgeroorlog in Ethiopië, maar eigenlijk gaat het boek veel verder. Het graaft dieper en legt het mechanisme van de oorlog bloot: de escalatie van de macht, de perverse oorlogspropaganda en intimidatie door overal lijken te droppen, en de onvermijdelijke invloed op mens en gezin. Zo is de lijvige vierdelige roman meer dan slechts een beklijvend tijdsdocument, hij vormt ook een aanklacht tegen eender welke oorlog.
Het is haast ongelooflijk dat dit epische verhaal nog maar het debuut is van Mengiste. Haar geraffineerde pen en meesterlijk geschreven filmische scènes verraden duidelijk een grote literaire klasse. Dat het einde wat voorspelbaar is, vergeven we haar dan ook makkelijk. Dit mag dan wel het gruwelijkste en meest expliciete boek zijn dat we dit jaar te lezen kregen, het is daardoor ook het meest aangrijpende, en het mist zijn effect duidelijk niet. ‘De leeuw en de keizer’ is Mengistes Ethiopische variant van Khaled Hosseini’s ‘De vliegeraar’ over Afghanistan. Hoewel de roman nog niet hetzelfde kassucces oogstte, mag het wat ons betreft nu al worden beschouwd als een klassieker in de oorlogsliteratuur.
Cédric Raskin
Voor Cutting Edge