Kleine Bernhard was rotverwend. Kreeg alles wat hij wilde in zijn gouden slaapkamer in het grote kasteel van zijn ouders in de Savoye. Hij genoot de allerbeste opvoeding in Parijs, verzamelde exotische postzegels en Zwitsers geld, en vanaf dat hij zich begon te scheren kreeg hij van papa een vruchtbare echtgenote cadeau.
Dat zag de brave Bernhard niet zitten: hij verkoos een zwevend aureool boven een trouwboekje en een diamanten ring. De avond voor zijn trouw sprong hij uit het raam van zijn twaalf meter hoge torenkamer. De engelen vingen hem op en hielpen hem vluchten van de adellijke naar de geestelijke wereld.
Aartsbisschop
Bernhard werd priester en werkte zich op tot aartsbisschop. Hij bekeerde honderden zielen en verrichte zelfs mirakels. Maar het is dankzij de pelgrims dat hij de geschiedenisboeken haalde. Als aartsbisschop was hij verantwoordelijk voor de katholieke zielen in en rond de stad Aosta, die je bereikt wanneer je vanuit Zwitserland de Alpen oversteekt.
Ze zagen er vaak niet uit, die zwalpende pelgrims die de lange gevaarlijke oversteek vol lawines, sneeuwstormen en andere onprettige verrassingen hadden doorstaan. Verkleumd, bevroren en halfdood kwamen ze in Aosta aan, vaak ook beroofd door slinkse boeven of georganiseerde bendes in de bergen.
Hospice
Dus richtte Bernhard een klooster en een hospice op, een eenvoudig hotel, helemaal bovenaan de bergpas. Een warme, bereikbare tussenstop op zo’n kleine 2.500 meter hoogte voor al wie de onvoorspelbare bergen over moest. Bijna duizend jaar later staat het stevige gebouw er nog altijd en is de ontvangst met warme kop thee er nog altijd even hartelijk.
De zware eikenhouten voordeur heeft geen slot, vertelt de monnik mij trots. Ook ‘s nachts kunnen mensen in nood zomaar het klooster binnen. Al hebben de geestelijken liever van niet: tijdens het ochtendgebed voor het ontbijt kunnen niet alle zingende monniken hun wijde geeuw onderdrukken.
De mythe en de magie
De driedaagse klim naar de Grote Sint-Bernardpas is niet alleen letterlijk het hoogtepunt van mijn reis. Het zijn stuk voor stuk prachtige etappes. Van het oude Romeinse amfitheater en het museum van de Sint-Bernardshonden in Martigny trekt de Via Francigena langs wondermooie bospaadjes naar het kleine dorp Orsières. Een dagtocht vol druk bewegwijzerde hellingen en verrassende panorama’s later kom je aan in Bourg Saint-Pierre, waar de echte klim begint over een spectaculair en in meerdere opzichten adembenemend rotspad naar het hospice van de monniken.
Het zijn dagen waar je op elke plaats foto’s kunt nemen die je achteraf weer verwijdert omdat ze de monumentale kracht van het landschap niet kunnen vatten. De magie beleef je veel directer met je ogen alleen. Nóg magischer dan de klim zelf, zijn de eerste kilometers van de afdaling. Vooral wanneer de wolken zich als dikke kussens om je heen proppen. Je dwaalt avontuurlijk door de dichte mist waarin je hooguit enkele meters voor je uit ziet, speurend naar het volgende gele pijltje. Tot je langzaam uit het wolkendek omlaag klautert en plots honderden koeien ziet grazen op groene alpenweiden, op een steenworp van de uitgang van de Sint-Bernardtunnel.
Laura en Mark
De Sint-Bernardpas is niet alleen mythisch maar ook heel populair, dus ik had wel wat pelgrims verwacht. Maar niet dat die zo heerlijk chaotisch zouden zijn als Laura en Mark. Laura is een Britse dertiger die nu in Genua woont en drie jaar geleden de volledige Via Francigena stapte, van Rome naar Canterbury.
Door het slechte weer kon ze de berg niet over, dus stapt ze nu het overgeslagen stuk, van Martigny tot Aosta. Haar even hilarische vriend Mark stapt met haar mee, samen met een huppelende berggeit die van dichtbij een kwieke, pientere Indiër blijkt te zijn. Een week lang kruisen onze paden overdag en brengen we ook de meeste avonden samen door. De Zwitserse en Italiaanse horeca zijn daar allerminst rouwig om.
Resoluut verkeerd
Wanneer het drietal een verkeerde afslag kan nemen, doen ze het resoluut. Het prachtige wilde Indiana Jones-pad nabij Sembrancher, met handen en voeten klauterend over grote rotsblokken, hebben ze gemist. Ze volgden op dat moment de verkeerde gele pijltjes die hen naar een meertje hoog in de bergen leidde.
In haar rugzak zeult Laura een lang feestkleed mee voor op een trouwfeest, net na aankomst. Van haar open schoenen heeft ze met haar gehavende pelgrimvoeten wel wat spijt. Op een week tijd verliest het koppel minstens vijf wandelstokken. In de souvenirwinkeltjes halen ze hun schade in en kopen ze spullen die ze vooral niet nodig hebben zodat het niet erg is als ze die kwijtspelen.
Ik hou een rustdag in Aosta om hen na veel koffie, een gezond veganistisch diner en ongezond veel bollen ijs, op de trein te zetten. En zet daarna mijn solotocht weer verder.