François is óók fotograaf, oui oui, aangenaam. Hij zag mij foto’s nemen, oui oui. Maar, sans rancune, rivierlandschapjes zijn voor amateurs, ooh oui. François maakt échte foto’s, en of ik ze eens wil zien misschien?
Hij wacht mijn antwoord niet af en haalt zijn iPad uit zijn jutezak. Het paswoord van zijn website is ‘jamboncru’ en ik snap meteen waarom.
Want één voor één spatten de naakte vrouwen van het scherm. Mollige exemplaren vanaf de zestig. Genereus van boezem, goed van vlees, rijk aan rimpels. Staan of liggen ze wijdbeens, rode sporen van hun slipje om de lendenen, stuk voor stuk rijkelijk behaard. Soms staart er eentje gemaakt sensueel naar de lens, een deugniet kijkt speels weg. De meeste doen maar wat.
De fotograaf van het noorden
Er zijn beelden in kleur, sepia en zwart-wit. Ze poseren in de woonkamer voor de open haard of kronkelen komisch voor een te klein zwart doek, François houdt van variatie.
Je ziet soms nog een stukje tafel met een niet leeggegeten bord. Een beker naast enkele kabels. Zelfs sporadisch een tepel of stuk been van een andere blote vrouw. Maar prominent in beeld blinken overbelichte borsten, oma’s in pijnlijk houterige poses, enkele zelfs in flou artistique. Ze zijn niet geregisseerd, slecht belicht, verkeerd gekadreerd en fout bewerkt. Ze zijn geweldig.
François glundert. Pas op, ze waren niet gratis, zijn petits chouchous. Oh non, mais pas du tout. Hij heeft nu wat geld nodig om zijn kunstproject verder te zetten, oui oui. Maar de gemeente van Givet, de regio Champagne-Ardennes en de rest van de wereld blijken nog niet klaar voor zijn kunst. Wacht maar, straks wordt hij dé fotograaf van het noorden. Zoals Hugh Heffner, oui oui. Dat dat geen fotograaf was maar de eigenaar van Playboy, hou ik voor mij.
Uitkijken op de Maas
Als je veel geld neertelt voor een huis langs de Maas, doe je dat niet voor het uitzicht. Vanuit de dure Chesterfield in je stijlvolle salon laat je je blik dwalen over je weelderige bloementuin. Na drie lagen weldoordachte botanische ijver daalt die af langs de netjes gemillimeterde sprietjes gazon, soms in genivelleerde terrasjes, soms zelfs met een attent fonteintje en bijhorend gipsen sierelement. Om zich tenslotte over te geven aan het in avondlicht fonkelende water van de Maas met de krachtige rotswand aan de overkant.
Had je gedacht. Maar nee hoor, liever dan op de rivier kijkt de Noord-Fransman uit op zijn eigen scheef gesnoeide haag. Minstens twee meter hoog, volledig zelf onderhouden, dat is het kijken meer dan waard. Minder groen aangelegde eigenaars verstoppen de Maas achter zware golfplaten, bemoste muurtjes van oude bakstenen of professioneel geplaatst hekwerk. Daar kunnen ze dan bordjes tegen hangen met ‘propriété privée’, ‘défense d’entrer’ en ‘attention au chien’.
De hond van Haybes
Zeg niet zomaar hond tegen een hond. Langs elke heg, muur en schutting die ik voorbij stap, blaft er wel een andere soort alerte viervoeter. Klein of groot, verstandig of dom, altijd wel enthousiast om een solitaire wandelaar te zien.
Opmerkelijk is het hondje aan het kruispunt van Haybes. Eigenlijk een gemuteerde rat, die niet eens fatsoenlijk heeft leren blaffen. Raton, noemt zijn baasje hem. Ik feliciteer hem voor de passende naam. Raton heette vroeger Balthazar, maar sinds zijn vrouw van hem weg is, gaf hij het beest een nieuwe naam. Het mormel is van zijn ex, zij hield meer van haar hond dan van hem. Waarom nam ze die dan niet mee bij de scheiding? Ze houdt meer van de hond van haar nieuwe man.