Ze heeft een ladder in haar panty en een fonteintje in haar dot. Uit haar handtas op de barkruk piept een plastieken bloem. Van de krant op de toog leest ze enkel de cultuurpagina’s, de bijlagen en de sport. Ze nipt in kleine teugjes stijlvol aan haar glas. Tripel Karmeliet.
En ik zit aan een tafel achter haar en bestel pomton. Niet de zwaarste drank op de kaart, wel de grootste. Gin-tonic maar dan zonder gin en met pompelmoes. Dit is mijn eerste zware beproeving: een nuchtere avond op café. Mijn drinkebroers hebben hier, zeggen ze, enórm veel respect voor. Zonder zwans. En bestellen allebei vrolijk een blonde Westmalle.
Bierbuiken en wereldverbeteraars
Het begin van een alcoholarme periode is het moeilijkst. Ik blijf het vreemd vinden om op café iets te bestellen dat niet uit een tapkraan of donker flesje komt. De luidruchtige bierbuiken en dorstige wereldverbeteraars aan de andere tafels zijn ook geen echte hulp. Het voelt alsof ik in een overvol supporterscafé het truitje aan heb van de verkeerde ploeg.
De serveerster neemt eerst de twee tripels van haar plateau, uit gewoonte. Glimlacht fijntjes en geeft me daarna mijn pomton. Geserveerd in een Duvelglas. Een mopje van de barman voor die verrader in zijn etablissement? Of hebben we anno 2019 nog steeds geen aangepaste glazen voor alcoholvrije dranken?
Gediscrimineerd
Het mooie meisje met dot, fontein en bloem heeft intussen gezelschap gekregen en bestelt een nieuw rondje. Ik hoop stiekem op een mocktail. Of een bionade, een fruitsap of iets anders fris. Dan voeren we samen stilzwijgend het verzet tegen de Vrienden van de Tap. Klinken we platonisch strijdvaardig op alcoholvrije rebellie.
Met een klap op de toog zet de barman een nieuw glas Karmeliet voor haar klaar.
Maar ik volhard. Daar is de serveerster alweer. Geïnspireerd door mijn glas schakelt mijn gezelschap over op Duvel. Ik informeer naar de lekkerste mocktail van het huis. Zij: ‘die heb je net gedronken.’ Nee, erg creatief zijn ze niet in dit café. Al wat geen alcohol bevat, wordt precies gediscrimineerd. Raar toch. Een restaurant zonder deftige vegetarische gerechten is toch ook niet meer van deze tijd?
Dagen Zonder
Mijn glas spuitwater smaakt me verrassend goed. Gelukkig, want ik heb nog een lange weg te gaan. Dit jaar pak ik mijn alcoholontwenning anders aan. Grootser, ambitieuzer. Beperk ik mijn beproeving niet tot één gehandicapt maandje van niet eens dertig dagen. Ik klets daar genereus nog anderhalve nuchtere maand extra tegenaan.
Niet zonder reden. In 2013 deed ik mee met Dagen Zonder Vlees. Het jaar erop bedacht ik een alternatief: Dagen Zonder Koffie. Daarna volgden mijn Dagen Zonder Drank en Dagen Zonder Facebook. Om elke ontwenningsdag te belonen, postte ik een gegoogeld beeld op Facebook. Ik verzamelde zo de foutste vleesproducten (vleestattoos, een ruikertje gehaktbloemen, condooms met speksmaak), inventieve koffiecreaties (tandpasta met cafeïne, Obama Blend, een auto die rijdt op koffie). En een fijnzinnige selectie van het mooiste wat Internet aan extreme zatlapperij te bieden heeft.
Ik doe dit om na te gaan wat zo’n detoxperiode met mijn lichaam doet. Om mij bewust te worden van de kleine, zogezegd onschuldige verslavingen van het leven. Die toch verrassend confronterend blijken als je ze even stopzet. Maar ik sliep wel beter in die periodes, stond ook frisser op. Was niet eens onaangenaam op het werk. Ik leerde mezelf veel beter kennen, zelfs zonder basiscursus yoga of de gekopieerde stencils van een zelfhulpgroep.
Mijn eerste marathon
Dit jaar ga ik voor een grotere challenge. Als alles goed gaat, loop ik half april voor het eerst een marathon. Vooral om te ervaren hoe zo’n extremere sportwedstrijd voelt. Ik ben daar nu zo’n half jaar voor aan het trainen, mijn laatste maanden doe ik zonder druppel alcohol. Pas wanneer ik op 14 april juichend over de meet raak, mag het gerstenat weer vloeien … Als het mij dan nog smaakt tenminste.
Maar dat is voor binnenkort. De situatie nu is dat ik op café zit, nuchter, in een diep gesprek dat steeds filosofischer wordt, de tongen dikker. En ik kijk naar het mooie meisje met haar vrolijke fonteintje in haar dot en haar grote plastieken bloem in haar tas die ze bijna laat vallen wanneer ze onhandig van haar barkruk wipt en onvast naar het toilet wankelt met een ietwat opgeblazen aangeschoten gezicht. En ik denk: eigenlijk was ze toch zoveel mooier geweest als ze gewoon heel de avond nuchter was gebleven.
Gepubliceerd op www.tourneeminerale.be, 04.II.19