Netelstelen
Netels stelen
Bloemen plukken.
Plantjes delen
Met zovelen
Dat moet lukken,
Bloempjes plukken
In de lente.
Venten slenteren.
Veel venter en geslenter.
Veel venten en veel rente
In de lente.
Vrouwen trouwen.
Nestje bouwen.
Met hun venten
Vol met rente.
Slenterende venten
Hun zakken vol centen
De lach op hun gezicht
Hun auto in het licht
Hun trots, hun roem.
Geplukte bloem.
Bij blij met gezoem.
Vaas en een glas.
Wat wijn, eersteklas.
Een verzameling bonte prenten.
In de lente.
Netelstelen.
Netels stelen.
Plantjes delen
Met zovelen want
Het kost geen centen,
Genieten
Van de lente.